Relatie met Cobra
Anton had zijdelings contact met de leden van de Cobragroep. Net als zij werd hij gedreven door een verlangen zich heftig en vrij te uiten in de materie van de verf of wat voor materiaal dan ook, een verlangen dat in de naoorlogse jaren overal in de westerse wereld de kop opstak. Door Lucebert ontmoette Anton zowel dichters als beeldend kunstenaars. Hij bezocht onder meer de bijeenkomsten die thuis bij Gerrit Kouwenaar plaatsvonden en waar gediscussieerd werd over het nieuwe tijdschrift Reflex. De dichters droegen daar voor uit eigen werk. Anton voelde zich hier meer toehoorder dan dat hij zelf iets in te brengen had. Toch hebben deze bijeenkomsten grote invloed op hem gehad. Hij leerde er veel. Zo maakte hij onder andere kennis met het gepubliceerde werk van Juan Miró. Diens kunst ervoer hij als geheel nieuw, omdat hij zelf nog onder de invloed van de École de Paris verkeerde. Net als Jan Sierhuis was hij nog niet rijp voor het zetten van de volgende stap waartoe de iets oudere kunstenaars van de Cobragroep wel in staat bleken. | |
Anton was diep onder de indruk van het eerste Cobramanifest; hij leerde het meteen uit zijn hoofd. Als hij gewild had, had hij zich nog bij de Cobragroep kunnen aansluiten. Die gelegenheid deed zich voor toen ook anderen als Theo Wolvecamp, Anton Rooskens, Eugène Brands, Jan Nieuwenhuis, Lucebert en Shinkiche Tajiri zich aansloten en meededen aan de grote gemeenschappelijke tentoonstellingen. Maar Anton was er nog niet aan toe. Hij had bewondering voor hun visie maar zelf had hij niet zo veel affiniteit met hun uitgangspunten van bijvoorbeeld een primitieve, kinderlijke stijl van schilderen. Hij wilde zichzelf bewijzen en koos voor zijn eigen weg. |
Anton Martineau en Jan Sierhuis foto : Wim Ruigrok |
ContactgegevensIneke Vermolen 06-48720462 | Neem contact op
| Social media |