Nog 2 dagen vernikkelt Anton ‘O la la’ Martineau13 april 2012 Het ParoolRecensent Jos Bloemkolk ging er donderdag in Het Parool terecht vanuit dat deze lezer Anton Martineau niet kende. Omdat Bloemkolk bovendien onomwonden schreef dat die eerste kennismaking hoognodig was, bezocht ik de Oude Kerk, midden in de rosse buurt. Daar zat Martineau zelf te vernikkelen, maar zijn humeur was er niet minder om. Haast u, zondag eindigt ‘O la la Martineau’! | |
BescheidenDe verwantschap van Martineau met de Cobra-schilders en vooral met Lucebert is zichtbaar, maar Martineau besteedt meer aandacht aan details, aan de rand van een panty of een schouderbandje. We kunnen Martineau zelf naar die verwantschap vragen, want hij zit, dik in de tachtig, fier achter twee tafels met koopwaar: ansichtkaarten, catalogi en miniposters met beeldgedichten. OrgasmeNeemt niet weg dat Martineau uiteindelijk wel degelijk exporteerde, zelfs in Parijs met grotere namen als Tapies en Saura. Desondanks is hij bij het grotere publiek onbekend gebleven. Martineau lijkt zich zonder morren te schikken in dat lot. “Wat is het koud hier, he? En die dooien hier onder de grond komen ook geen warm handje toesteken.”
Artikel AD Liefdevolle kritiek op de mensMartineau wil sociale bewogenheid kwijtDoor L. van Duinhoven 5 april 1966
DEN HAAG – Tot zijn dertigste jaar heeft hij alles opgeslorpt wat er maar in de buurt kwam. De zeven jaren in Frankrijk waren het hardst. Veel bitter sap slikte hij mee naar binnen. Ineens werd het teveel en toen stak de schilder, die in Anton Martineau (39) verborgen zat de kop op. Hij ging uitspuwen, afscheiden. Het recente resultaat van een kleine tien jaar kronkelen aan de martelpaal – zoals de schilder zijn ezel noemt – is te zien op “Contour” in Delft.
Schokkend Het zijn schokkende doeken. Vrouwenkoppen hebben geen tanden in de vuurrode, verbeten gulzige mond maar fietsenrekken. De oogwimpers slaan het oog weg. Grote naakten doen op het eerste gezicht denken aan het werk van een reclameschilder die een artistieke slippertje maakt. De vleeskleur is raak en de voorstelling gunt de kijker geen seconde rust. Het is een indringende ervaring, dit ongetwijfeld koortsachtig neergezette werk te zien. Ineens wordt het duidelijk dat Martineau een rasschilder is en zijn sociale bewogenheid kwijt wil, zijn liefde voor de mens. Zijn schilderijen zijn ook een manier om de tragiek van het bestaan onder woorden te brengen. Martineau neemt daar de vrouw met haar scala van menselijke gevoelens, Zelden zag ik een schilder die zo rondborstig voor zijn, het leven mede bepalende erotiek uit durft te komen. De Lussanet schildert ook vrouwen en esthetisch verheft hij die. Martineau echter brengt de vrouw buiten haar beperkte contouren en maakt er een kreet van. Voor de een is het een kreet van afgrijzen voor de ander een kreet van sociale bewogenheid. Een agressieve kreet van “zo is de mens en wij moeten het er maar mee doen”. Ik voelde in zijn werk vooral een sterke verwantschap met Brecht.
|
Inhalen “Vroeger kon ik het met praten af. Nu zit er een spalter of een penseel tussen. Ik schilder razendsnel. Soms ben ik in een kwartier klaar. Ik wil geen kans krijgen om esthetische foefjes te bedenken. Met honderden inkttekeningen bereid ik mij voor. Deze week heb ik er weer 100 gemaakt. Ik moet zo verschrikkelijk veel tijd inhalen”. Zo snel als hij schildert zo snel spuit zijn levensverhaal eruit: zoon van een huisschilder in Amsterdam - waar Karel Appel zijn eerste verf voor een vriendschapsprijsje kocht – een nul op school (“jij komt toch achter een orgel terecht”) en een onverbeterlijke mensenliefhebber. “Mijn moeder verdiende als helderziende wat bij en mijn kamer was vlak achter de hare. Ik kon alles horen, al die sores en die hoopvolle, tevreden weggaande mensen. Daar heb ik misschien mijn interesse in de mens aan te danken”. Duellisme De zeven jaren zwerven in het buitenland, dat perfecte nietsdoen, gingen hem tenslotte tegenstaan. Hij viel in handen van het monster Reclame en had maanden nodig om zich daarvan te bevrijden. Het tekentalent had hij al. Als kind was het enige speelgoed dat mijn ouders konden geven oude enveloppen en rollen behang. Die ging ik betekenen. Zo begon het. Later werd het verf. Van Jan Sierhuis kreeg ik een stuk bijna verteerd markiesdoek en een kist half leeg geknepen verftubes. Het was het begin maar het zou jaren duren voordat Martineau’s duellisme uitgeraasd was. Pas de laatste jaren is deze oud-vriend van Lucebert losgebarsten. Sarcasme Er kwamen series tevoorschijn : Protest, Vietnam, Reclame, Mens contra mens. De belangrijke exposities waren : Parijse Biënnale (1959), Galerie Orez (1960) en de Galerie Numero in Florence en Venetië (1965). De verkoop mocht geen naam hebben maar deze schilder die zo virtuoos het zwart op de achtergrond weet te houden en zelfs humor in zijn sarcasme kan leggen, week niet. “Neem mij niet kwalijk dat ik het zo gedaan heb”, wijzend op een doek in zijn ordelijke atelier aan de Haagsche Franklinstraat, dat onmiskenbaar een paring uitbeeldt. “Ik wil zichtbaar maken, dat die vrouw leven probeert te brengen in die man met dat muffe pak”. Martineau hoeft zich niet te verontschuldigen. Wij zouden de velen tegenover hem willen verontschuldigen die in zijn groteske werk het verkeerde zien.
|
ContactgegevensIneke Vermolen 06-48720462 | Neem contact op
| Social media |